Cookie instellingen

Onze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikerservaring. Wilt u de website bezoeken en cookies accepteren?
Lees ons privacy beleid.

Je browser is verouderd en geeft deze website niet correct weer. Download een moderne browser en ervaar het internet beter, sneller en veiliger!

De balanceer-act

In de vorige column over balanceren ben ik ingegaan op de balanceer-act die zorgprofessionals continu moeten doen. Balanceren met aan de ene kant de krapte op de arbeidsmarkt en aan de andere kant de krapte qua financiën. En de bewegingsruimte, de balk, wordt steeds krapper.

Waar komt die krapte vandaan?

De zorgkosten in Nederland stijgen sterk, steeds meer mensen hebben zorg nodig. Op dit moment werkt 1 op de 7 werknemers in Nederland in de zorg. Als er niets gebeurt, dan zijn er in 2040 1 op de 4 werknemers in de zorg nodig. Dat is bijna het dubbele. Dat is enerzijds onbetaalbaar en anderzijds zijn die mensen er nu al niet en in 2040 zeker niet. We zullen dingen dus anders moeten doen, anders organiseren en dat begint met er anders naar te kijken. Want als we blijven kijken zoals we keken, blijven we zien wat we altijd al zagen.

Wat kost de zorg?

Met een vriend die in de bouw zit, had ik het onlangs over een aanpassing aan mijn huis. Ik vroeg hem: “Wat kost dat?” Zijn antwoord was: “Wat kost een auto?” Met gefronste wenkbrauwen keek ik hem aan. Zijn boodschap was dat de prijs afhankelijk is van wat je vraagt. Een Mercedes kost meer dan een VW Up. Een grote luxe verbouwing kost meer dan een kleine aanpassing, zo was zijn uitleg.

In de zorg werkt het net zo. Als we veel doen, kost dat meer dan wanneer we weinig doen. Maar om keuzes te maken, moeten we wel weten wat we móeten doen (basiszorg) en wat we daarbovenop mógen doen (alle extra zorg).

Wat is basiszorg?

Wat is dan die basiszorg die we moeten leveren? Het Zorginstituut Nederland heeft dat primair beschreven als:

  • (helpen met) wassen, aankleden en toilet maken;
  • schoonmaken als de cliënt dat zelf niet kan;
  • eten en drinken verstrekken en geven als de cliënt dat zelf niet kan;
  • vervoer van/naar dagbesteding;
  • verzorging, verpleging en behandeling;
  • begeleiding.

Met name die laatste categorie 'begeleiding' is voor verschillende uitleg vatbaar. Het zorginstituut Nederland heeft alles gedefinieerd. Ook wat er verstaan wordt onder begeleiding, namelijk: activiteiten waarmee een persoon wordt ondersteund bij het uitvoeren van algemene dagelijkse levensverrichtingen en bij het aanbrengen en behouden van structuur in en regie over het persoonlijk leven. Dat is dus niet wat Sius vindt, maar wat het zorginstituut gedefinieerd heeft en waarvoor we geld krijgen.

De algemene dagelijkse levensverrichtingen zijn ook gedefinieerd: eten en drinken, verplaatsen in en rond de woning, persoonlijke hulp en toilet maken alsmede verpleegtechnische en medische assistentie.

Bij begeleiding moeten we dus denken aan ondersteuning bij het uitvoeren van eten en drinken, verplaatsen in en rond de woning, persoonlijke hulp en toilet maken. En daarnaast dus het aanbrengen en behouden van structuur in en regie over het persoonlijke leven.

Dat zal voor veel zorgprofessionals klinken als mager. Gelukkig wordt er ook aangegeven dat bij feitelijk verblijf in de instelling ook enige recreatieve en sociaal-culturele activiteiten horen. Het gaat dan om een alternatief voor het normale sociale leven dat mensen gebruikelijk hebben. Hoeveel ‘enige’ is, wordt niet gedefinieerd, maar het moet passen binnen het zorgplan en de beschikbare middelen.

Anders kijken

Op dit moment geven we over het algemeen meer dan alleen de minimale basiszorg. Bij het bepalen van wat we in 2023 gaan doen, zijn er op hoofdlijnen twee manieren. Namelijk kijken naar wat we niet meer gaan doen. Of kijken naar wat we wel gaan doen bovenop de basiszorg.

De eerste methode is misschien wel de makkelijkste, is het snelst te implementeren en heeft daarom soms ook de voorkeur. De tweede methode is complexer, omdat je eigenlijk moet vergeten wat we allemaal doen. Maar het leidt daardoor soms ook tot wezenlijk andere uitkomsten die uiteindelijk misschien wel tot betere zorg leiden.

Ik ben ervan overtuigd dat we samen tot de juiste keuzes kunnen komen voor de zorg van morgen bij Sius. Door met z’n allen anders te kijken, met elkaar in gesprek te zijn en open te staan voor veranderingen, kunnen we de zorg veranderen. We zijn samen aan zet en daarbij is en blijft de kwaliteit van leven door de ogen van de cliënt ons uitgangspunt. Hiervoor hebben we iedereen binnen Sius heel hard nodig.

Denk mee: ideeënbus ‘De zorg van morgen’

Ik nodig jullie van harte uit om hierin mee te denken. Mail hiervoor naar dezorgvanmorgen@sius.nl.

Hartelijke groet,
Hans Poortier